Blog: Een verrassende wandeling
“We gelóófden hem! De grootste profeet èver, zijn wonderen bewezen het… Tòch?!” Veroordeeld. Dood aan een kruis. “Hij zei dat hij Gods Zoon was, hij had koning moeten worden…Toch?!” “Hij was onze vriend en leraar, na drie jaar kenden we hem wel… Tòch?!” “Afgrijselijk, die zweepslagen en Zijn gekreun die laatste uren, traumatisch gewoon. “Wat een schok, wat een afgang ook”
Twee van Jezus’ leerlingen zijn onderweg in stilte… vol hersenspinsels… met tranen…
“Vrienden zeggen dat Hij leeft… sterker nog: éngelen zeggen dat Hij leeft.”
Stilte… Hersenspinsels… Verwarring…
“Doe normaal, dat kan nooit!!”
Een derde man mengt zich in het gesprek, plotseling Hij heeft grote littekens in zijn handen “Waar spreken jullie over?” vraagt hij. Typisch Jezus, dat je niet doorhebt dat Hij er is. Typisch Jezus, dat Hij niet direct de wijsneus uit gaat hangen maar wil weten waar jij zo vol van bent. Hij helpt je naar de kern, nodigt uit je hart te luchten, te roepen waar het ècht om gaat.
“Ze zeggen dat Hij lééft!”
Een schreeuw roept om een antwoord. En altijd is Jezus daar. Met oren open, gaan Mozes en profeten leven. Zie je, hoor je? Het stond er al!” legt de vreemde uit. Hartverwarmend! Jezus’ Woord maakt álles nieuw.
De man met de littekens doet alsof hij weggaat. “Nee, blijf nog even, alstublieft!”. Typisch Jezus dat Hij graag wil blijven, maar zich nooit opdringt. Typisch Jezus dat Hij wacht tot jij Hem binnen vraagt.
Aan tafel spreken Woord en Daad ferme taal. Ogen zien dat brood gebroken wordt en gaan open. Harten staan in brand: Jezus, Zoon van God, U lééft!!
Lees hier het bijbelverhaal uit Lucas 24: 13 – 32 (verkort en in eigen woorden)
Drie dagen na Jezus dood gingen twee van Zijn leerlingen naar Emmaüs, een dorpje ongeveer 12 km van Jeruzalem. Onderweg praatten ze over alle indrukwekkende gebeurtenissen rond Zijn terechtstelling en kruisiging. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar ze herkenden Hem niet. Jezus vroeg hen: ‘Waar zijn jullie zo druk over aan het te praten?’. Met sombere gezichten bleven ze staan en antwoordden: ‘Bent U dan de enige inwoner van Jeruzalem die niet weet wat daar de afgelopen dagen gebeurd is?’ “
‘Wat dan?’ vroeg Jezus. En zij reageerden verbaasd: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret! Hij was een machtig profeet in de ogen van God en van het hele volk. Je hoorde het in zijn woorden en merkte het aan zijn daden. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Maar toen vrienden van ons vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet. Ze vertelden dat er engelen aan hen waren verschenen die zeiden dat hij lééft! Toen zei Jezus: Hebben jullie het dan nog niet begrepen en geloven jullie niet wat de profeten hebben gezegd? Toen legde Hij hun van ‘t begin tot eind uit wat er in de oude Schriften over Hemzelf geschreven stond. Vlak voor ze het dorp binnen gingen, deed Jezus net alsof hij verder wilde reizen, maar ze drongen er sterk bij Hem op aan om dat niet te doen. Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Tijdens de maaltijd nam Hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en ze herkenden Hem. Ze zeiden tegen elkaar: Brandde ons hart al niet in ons toen Hij onderweg met ons sprak en de Schriften uitlegde?!